Ds. H.J. Messelink, Hosea, een vreemde liefde, [2005], 15 Nog twintig jaar na de vernietiging van het tienstammenrijk verlost God Juda uit de macht van Sanherib. Als God wil verlossen, kan Hij het ook. Daar heeft Hij geen oorlogstuig voor nodig. En het grote en sterke Israel blijft dan nergens. Vers 7 tekent dus de tegenstelling.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar over het huis van [21]Juda zal Ik Mij ontfermen, en zal ze verlossen door den [22]HEERE, hun God, en Ik zal ze niet verlossen door [23]boog, noch door zwaard, noch door krijg, door paarden noch door ruiteren. 21. Dat is, mijne kerk, of mijn volk, hier bijzonderlijk afgebeeld door Juda, als hebbende den rechten godsdienst, en niet door Israel, die den waren godsdienst verlaten hadden; waarom in het volgende ook van het huis van Juda gezegd wordt, den Heere hunnen God. Vergelijk onder vs.9, en hfdst.12 vs.1; anderszins worden Juda en Israel [tezamen afbeeldende de algemene kerk uit Joden en heidenen] samengevoegd. Zie onder vs.11, enz.; idem hfdst.3 vs.5. 22. Dat is, door mijn eeuwigen eniggeboren Zoon Jezus Christus, dien Ik tot een Heiland, Behouder, Zaligmaker, Hoofd en Koning van zijn volk verordineerd heb; vergelijk Gen.19:24; Jes.10:27, en Jer.23:4,5, enz. Anders: door den HEERE hunnen God; dat is, door mijzelven, Ik zal het zelf doen, te weten hen lichamelijk verlossen uit Babel, en geestelijk door den Messias, uit de gevangenis des duivels, enz. 23. Gelijk de verlossing van Juda uit de Babylonische gevangenschap door mijn zonderlinge genade en regering beschikt en bestuurd zal worden, en niet door menselijk geweld, alzo zal de verlossing door Christus een gans hemels en geestelijk heil zijn, waarvoor zij niemand dan mij zullen hebben te danken. Vergelijk Micha 5:9, met de aantekening. Sommigen duiden het ook op de wonderlijke regering van God, door welke Hij Juda heeft verlost van de twee koningen, Pekah, koning van Israel, en Rezin, koning van Syrie. Zie Jes.7:1,enz.; 2 Kon.15:29,30, en 2 Kon.16:9.